Stap 2: Vraag (anoniem) advies aan collega(‘s) en Veilig Thuis

Advies vragen aan collega(’s)
Naast of voorafgaand aan een VT-advies moet u anoniem, dat wil zeggen zonder patiëntgegevens, een of meer ter zake deskundige collega’s consulteren. Vormt de ouder/verzorger of de patiënt (bijvoorbeeld door zijn lichamelijke of geestelijke toestand) ongewild een hoger risico voor degene(n)die hij verzorgt? Dan bespreekt u bij voorkeur ook de invloed van de aanwezige problematiek en de aanwezige beschermende factoren met uw collega’s. Dat kunt u bijvoorbeeld doen in een multidisciplinair overleg.

Bij behoefte aan meer duidelijkheid over (de aard en oorzaak van) letsel kunt u een deskundige op het gebied van letselduiding inschakelen. Welke collega als ter zake deskundig kan worden beschouwd, hangt af van de aard en omstandigheden van het geval.

Letselduiding
Bij vermoedens van letsel of klachten door kindermishandeling kunt u het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling (LECK) consulteren of de regionaal forensisch arts. Het LECK biedt 7x24 uur gecombineerde kindergeneeskundige en forensisch-medische advisering aan zorgprofessionals in het hele land. Dat gebeurt zonder uitwisseling van de persoonsgegevens van de patiënt. Het LECK is te bereiken op: 0900 - 44 45 444 (24/7).

Ook een regionaal forensisch arts kan adviseren over de aard van het letsel bij een vermoeden van mishandeling van een kind of een volwassene. Forensisch artsen zijn te bereiken via de lokale GGD. In Rotterdam en omgeving kunt u hiervoor terecht bij de FARR (Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond).

Medisch specialisten
Ook ter zake deskundige kinderartsen hebben specialistische kennis over kindermishandeling. Als het om een kind gaat dat opgenomen is, ligt het voor de hand dat u (ook) die kinderartsen consulteert. Ligt de vraagstelling vooral op het terrein van bijvoorbeeld de gynaecologie, dan zult u (ook) een gynaecoloog moeten benaderen.

Bij vermoedens van ouderenmishandeling kunt u een klinisch geriater of een specialist ouderengeneeskunde benaderen.

Bij vermoedens van mishandeling van een persoon met een verstandelijke beperking, kan een arts een arts VG (arts voor verstandelijk gehandicapten) consulteren, of een aandachtsfunctionaris seksueel geweld met VG-expertise. Deze zijn te vinden via zorgorganisaties in de regio. Zie ook www.nvavg.nl

Seksueel geweld of eergerelateerd geweld
Is er sprake van seksueel geweld, dan is het raadzaam het Centrum Seksueel Geweld (CSG) te consulteren. Het CSG is een gespecialiseerd centrum voor acuut seksueel geweld (seksueel geweld dat korter dan 7 dagen geleden heeft plaatsgevonden). Als binnen 7 dagen na het seksueel geweld contact wordt opgenomen met het CSG, kunnen zij het slachtoffer het beste helpen, bijvoorbeeld ten aanzien van het veiligstellen van sporen. Ook als het seksueel geweld langer dan 7 dagen geleden heeft plaatsgevonden, kan contact met het CSG worden opgenomen. Het contact is in dat geval gericht op het in contact brengen met een hulpverlener, bijvoorbeeld een psycholoog.

Ook bij een vermoeden van vrouwelijke genitale verminking (VGV) of eergerelateerd geweld zult u doorgaans een beroep moeten doen op extra expertise. Pharos is het landelijk expertisecentrum op het gebied van VGV. Ook heeft iedere VT-vestiging een aandachtsfunctionaris VGV, vaak de vertrouwensarts.

Vermoedt VT eermotieven achter het dreigende geweld, dan kan het zich over de veiligheidsrisico’s laten adviseren door het Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld. Dit centrum is als zelfstandige eenheid ondergebracht bij de Politie Eenheid Den Haag.

Andere deskundigen
In veel instellingen werken aandachtsfunctionarissen kindermishandeling en huiselijk geweld, aan wie u advies kunt vragen. U kunt ook met (de vertrouwensarts van) VT overleggen bij welke deskundigen u het best terecht kunt. Dit hangt mede af van het type kindermishandeling of huiselijk geweld. Zie bijlage 7 en www.huiselijkgeweld.nl/vormen voor nadere informatie over de verschillende typen geweld.

Advies vragen aan Veilig Thuis
Bij stap 2 moet u ook advies vragen aan Veilig Thuis. Bij VT werken deskundigen op het gebied van kindermishandeling en huiselijk geweld, waaronder een vertrouwensarts. U vraagt bij voorkeur advies aan deze vertrouwensarts, en met name als er sprake is van sociaal-medische vragen of vragen over de afweging rond het beroepsgeheim. Als er geen vertrouwensarts binnen een redelijke/verantwoorde termijn beschikbaar is voor advies, volstaat het om advies te vragen van een andere beschikbare deskundige van VT, zoals een maatschappelijk werker of een gedragsdeskundige.

Functioneert in de instelling waar u werkt een Team Kindermishandeling waarvan ook VT deel uitmaakt? Dan kan een advies van dat team worden beschouwd als een advies van VT.

Doel en inhoud van het advies
Het vragen van advies heeft tot doel om u tot een antwoord te laten komen op de volgende vragen:

  • Is er sprake of kan er sprake zijn van kindermishandeling en/of huiselijk geweld?

  • Welke acties kan ik ondernemen om meer duidelijkheid te krijgen?

  • Op welke manier kan ik mijn vermoeden met de betrokkene(n) bespreken?

  • Welke hulpverlening kan worden ingezet om het risico af te wenden?

  • Is het raadzaam om een melding te doen? Indien VT of een collega u adviseert een melding te doen, betrek bij uw beslissing dan altijd het afwegingskader uit stap 5 van dit stappenplan. De verantwoordelijkheid voor de beslissing om te melden ligt namelijk bij uzelf.

  • Op welke manier kunnen de taken en verantwoordelijkheden tussen u en de andere betrokken hulpverleners het best worden verdeeld?

Beroepsgeheim bij en openheid over de adviesvraag
Bij een advies is er – anders dan bij een melding – géén sprake van uitwisseling van persoonsgegevens: u presenteert de casus aan de collega en aan Veilig Thuis anoniem. Het vragen van advies is dan ook geen doorbreking van het beroepsgeheim en er is ook géén toestemming van de betrokkene(n) voor nodig. U maakt zelf de afweging of en wanneer u over het vragen van advies communiceert met de patiënt, zijn vertegenwoordiger(s) en/of de minderjarige. Als uitgangspunt geldt openheid, tenzij deze openheid uw vertrouwensrelatie met de patiënt en/of de aanpak van de kindermishandeling of het huiselijk geweld in de weg staat. Het is dus ook denkbaar dat u het juist niet gewenst of zelfs contraproductief vindt om de patiënt, diens vertegenwoordiger(s) en/of de minderjarige te informeren. Bijvoorbeeld als u alleen advies wilt over hoe u het best een gesprek kunt voeren om het probleembewustzijn bij de patiënt of de vertegenwoordiger(s) te vergroten. Of over hoe u kunt omgaan met weerstanden.

Contactgegevens Veilig Thuis
Veilig Thuis is 24 uur per dag, 7 dagen per week te bereiken op: 0800-2000. U wordt automatisch doorgeschakeld naar een VT-vestiging in uw eigen regio.

U vraagt advies over uw vermoedens en bevindingen aan een of meer ter zake deskundige collega’s en aan (bij voorkeur de vertrouwensarts van) Veilig Thuis. U presenteert de casus in de adviesfase altijd anoniem, dat wil zeggen: zonder tot de persoon herleidbare gegevens.

Stappenplan (vermoeden van) kindermishandeling en huiselijk geweld

Advies vragen aan collega(’s)
Naast of voorafgaand aan een VT-advies moet u anoniem, dat wil zeggen zonder patiëntgegevens, een of meer ter zake deskundige collega’s consulteren. Vormt de ouder/verzorger of de patiënt (bijvoorbeeld door zijn lichamelijke of geestelijke toestand) ongewild een hoger risico voor degene(n)die hij verzorgt? Dan bespreekt u bij voorkeur ook de invloed van de aanwezige problematiek en de aanwezige beschermende factoren met uw collega’s. Dat kunt u bijvoorbeeld doen in een multidisciplinair overleg.

Bij behoefte aan meer duidelijkheid over (de aard en oorzaak van) letsel kunt u een deskundige op het gebied van letselduiding inschakelen. Welke collega als ter zake deskundig kan worden beschouwd, hangt af van de aard en omstandigheden van het geval.

Letselduiding
Bij vermoedens van letsel of klachten door kindermishandeling kunt u het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling (LECK) consulteren of de regionaal forensisch arts. Het LECK biedt 7x24 uur gecombineerde kindergeneeskundige en forensisch-medische advisering aan zorgprofessionals in het hele land. Dat gebeurt zonder uitwisseling van de persoonsgegevens van de patiënt. Het LECK is te bereiken op: 0900 - 44 45 444 (24/7).

Ook een regionaal forensisch arts kan adviseren over de aard van het letsel bij een vermoeden van mishandeling van een kind of een volwassene. Forensisch artsen zijn te bereiken via de lokale GGD. In Rotterdam en omgeving kunt u hiervoor terecht bij de FARR (Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond).

Medisch specialisten
Ook ter zake deskundige kinderartsen hebben specialistische kennis over kindermishandeling. Als het om een kind gaat dat opgenomen is, ligt het voor de hand dat u (ook) die kinderartsen consulteert. Ligt de vraagstelling vooral op het terrein van bijvoorbeeld de gynaecologie, dan zult u (ook) een gynaecoloog moeten benaderen.

Bij vermoedens van ouderenmishandeling kunt u een klinisch geriater of een specialist ouderengeneeskunde benaderen.

Bij vermoedens van mishandeling van een persoon met een verstandelijke beperking, kan een arts een arts VG (arts voor verstandelijk gehandicapten) consulteren, of een aandachtsfunctionaris seksueel geweld met VG-expertise. Deze zijn te vinden via zorgorganisaties in de regio. Zie ook www.nvavg.nl

Seksueel geweld of eergerelateerd geweld
Is er sprake van seksueel geweld, dan is het raadzaam het Centrum Seksueel Geweld (CSG) te consulteren. Het CSG is een gespecialiseerd centrum voor acuut seksueel geweld (seksueel geweld dat korter dan 7 dagen geleden heeft plaatsgevonden). Als binnen 7 dagen na het seksueel geweld contact wordt opgenomen met het CSG, kunnen zij het slachtoffer het beste helpen, bijvoorbeeld ten aanzien van het veiligstellen van sporen. Ook als het seksueel geweld langer dan 7 dagen geleden heeft plaatsgevonden, kan contact met het CSG worden opgenomen. Het contact is in dat geval gericht op het in contact brengen met een hulpverlener, bijvoorbeeld een psycholoog.

Ook bij een vermoeden van vrouwelijke genitale verminking (VGV) of eergerelateerd geweld zult u doorgaans een beroep moeten doen op extra expertise. Pharos is het landelijk expertisecentrum op het gebied van VGV. Ook heeft iedere VT-vestiging een aandachtsfunctionaris VGV, vaak de vertrouwensarts.

Vermoedt VT eermotieven achter het dreigende geweld, dan kan het zich over de veiligheidsrisico’s laten adviseren door het Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld. Dit centrum is als zelfstandige eenheid ondergebracht bij de Politie Eenheid Den Haag.

Andere deskundigen
In veel instellingen werken aandachtsfunctionarissen kindermishandeling en huiselijk geweld, aan wie u advies kunt vragen. U kunt ook met (de vertrouwensarts van) VT overleggen bij welke deskundigen u het best terecht kunt. Dit hangt mede af van het type kindermishandeling of huiselijk geweld. Zie bijlage 7 en www.huiselijkgeweld.nl/vormen voor nadere informatie over de verschillende typen geweld.

Advies vragen aan Veilig Thuis
Bij stap 2 moet u ook advies vragen aan Veilig Thuis. Bij VT werken deskundigen op het gebied van kindermishandeling en huiselijk geweld, waaronder een vertrouwensarts. U vraagt bij voorkeur advies aan deze vertrouwensarts, en met name als er sprake is van sociaal-medische vragen of vragen over de afweging rond het beroepsgeheim. Als er geen vertrouwensarts binnen een redelijke/verantwoorde termijn beschikbaar is voor advies, volstaat het om advies te vragen van een andere beschikbare deskundige van VT, zoals een maatschappelijk werker of een gedragsdeskundige.

Functioneert in de instelling waar u werkt een Team Kindermishandeling waarvan ook VT deel uitmaakt? Dan kan een advies van dat team worden beschouwd als een advies van VT.

Doel en inhoud van het advies
Het vragen van advies heeft tot doel om u tot een antwoord te laten komen op de volgende vragen:

  • Is er sprake of kan er sprake zijn van kindermishandeling en/of huiselijk geweld?

  • Welke acties kan ik ondernemen om meer duidelijkheid te krijgen?

  • Op welke manier kan ik mijn vermoeden met de betrokkene(n) bespreken?

  • Welke hulpverlening kan worden ingezet om het risico af te wenden?

  • Is het raadzaam om een melding te doen? Indien VT of een collega u adviseert een melding te doen, betrek bij uw beslissing dan altijd het afwegingskader uit stap 5 van dit stappenplan. De verantwoordelijkheid voor de beslissing om te melden ligt namelijk bij uzelf.

  • Op welke manier kunnen de taken en verantwoordelijkheden tussen u en de andere betrokken hulpverleners het best worden verdeeld?

Beroepsgeheim bij en openheid over de adviesvraag
Bij een advies is er – anders dan bij een melding – géén sprake van uitwisseling van persoonsgegevens: u presenteert de casus aan de collega en aan Veilig Thuis anoniem. Het vragen van advies is dan ook geen doorbreking van het beroepsgeheim en er is ook géén toestemming van de betrokkene(n) voor nodig. U maakt zelf de afweging of en wanneer u over het vragen van advies communiceert met de patiënt, zijn vertegenwoordiger(s) en/of de minderjarige. Als uitgangspunt geldt openheid, tenzij deze openheid uw vertrouwensrelatie met de patiënt en/of de aanpak van de kindermishandeling of het huiselijk geweld in de weg staat. Het is dus ook denkbaar dat u het juist niet gewenst of zelfs contraproductief vindt om de patiënt, diens vertegenwoordiger(s) en/of de minderjarige te informeren. Bijvoorbeeld als u alleen advies wilt over hoe u het best een gesprek kunt voeren om het probleembewustzijn bij de patiënt of de vertegenwoordiger(s) te vergroten. Of over hoe u kunt omgaan met weerstanden.

Contactgegevens Veilig Thuis
Veilig Thuis is 24 uur per dag, 7 dagen per week te bereiken op: 0800-2000. U wordt automatisch doorgeschakeld naar een VT-vestiging in uw eigen regio.

U vraagt advies over uw vermoedens en bevindingen aan een of meer ter zake deskundige collega’s en aan (bij voorkeur de vertrouwensarts van) Veilig Thuis. U presenteert de casus in de adviesfase altijd anoniem, dat wil zeggen: zonder tot de persoon herleidbare gegevens.

Stap 2: Vraag (anoniem) advies aan collega(‘s) en Veilig Thuis

Stappenplan (vermoeden van) kindermishandeling en huiselijk geweld