Navigeer snel naar:

42 Zie voor meer informatie over de werkwijze van VT bijgevoegde link en het Handelingsprotocol Veilig Thuis van het Landelijk Netwerk Veilig Thuis (LNVT) 2019.

43 Vogtländer, L. en S. van Arum (2016). Eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken voor risicogestuurde zorg. Een duurzame visie op ketenzorg bij kindermishandeling, huiselijk geweld en seksueel misbruik en de centrale rol hierbij van het triage-instrument Veilig Thuis. Den Haag/Utrecht: VNG & GGD GHOR Nederland.

44 bundel_samenwerken_bij_strafbare_km.pdf (vng.nl)

45 bundel_samen_op_in_acuut.pdf (vng.nl)

Terugkoppeling aan melder en informant
Melders krijgen in elk geval op twee momenten een terugkoppeling van VT: na de veiligheidsbeoordeling en – als de melding in onderzoek wordt genomen door VT – na afronding van het onderzoek. VT verstrekt aan professionals de terugkoppeling die noodzakelijk is voor een goede uitoefening van hun taken en bevoegdheden. De terugkoppeling bestaat uit de volgende gegevens:

  • of VT een vervolgtraject heeft ingezet;

  • bij de inzet van een vervolgtraject: de gegevens over de overdrachtspartijen;

  • als de melder een rol speelt in het vervolgtraject: de veiligheidsvoorwaarden en de afspraken over het monitoren daarvan.

Als een arts als informant optreedt, volgt geen standaard terugkoppeling. In het contact met de informant wordt op dat moment besproken of, en op welke manier de arts betrokken zal worden in het vervolgtraject.

Hulpverlening of dwang
Als een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld wordt bevestigd, probeert VT de leden van het gezin of huishouden te motiveren om hulp te aanvaarden en zich te laten doorverwijzen naar een daarvoor geschikte instelling. Lukt het niet om de noodzakelijke hulpverlening vrijwillig op gang te brengen, dan kan in gevallen die daartoe geëigend zijn, dwang worden toegepast. Daarbij valt te denken aan:

  • een tijdelijk huisverbod;

  • het initiatief om via de officier van justitie een beschermingsmaatregel aan te vragen bij de kantonrechter (beschermingsbewind, mentorschap of curatele);

  • een verzoek om onderzoek door de RvdK;

  • een melding of aangifte bij de politie, na voorafgaande afstemming tussen VT, politie en/of het Openbaar Ministerie. Dit kan VT doen bij vermoedens van strafbare feiten. Zie voor meer informatie hierover bijvoorbeeld de Handreiking samenwerken bij strafbare kindermishandeling44 en Samen op in acuut45.

Anonimiteit van de melder
VT is verplicht om gezinnen en huishoudens te informeren over wie de melding heeft gedaan en de gegevens heeft verstrekt, en wat de inhoud daarvan was. Onder voorwaarden kunnen professionele melders echter anoniem blijven voor het gezin of huishouden waarover zij de melding hebben gedaan. VT kan de anonimiteit waarborgen als bekendmaking van de identiteit van de melder:

  • een bedreiging vormt of kan vormen voor leden van het gezin of huishouden, of voor de melder zelf; of

  • zou leiden tot een verstoring van de vertrouwensrelatie met het gezin of huishouden.

Anonimiteit beperkt de mogelijkheden van VT om de verstrekte informatie te gebruiken. Om die reden moeten artsen terughoudend omgaan met anoniem melden.

Meldingsfunctie
De meldingsfunctie van VT houdt in dat eenieder (waaronder de arts) bij VT een melding kan doen van (mogelijke) kindermishandeling of huiselijk geweld bij een specifiek gezin of huishouden. In dat geval vindt er wél overdracht van persoonsgegevens plaats. Binnen vijf dagen na de melding neemt VT – middels een veiligheidsbeoordeling – een van de volgende besluiten:

  • Het besluit om de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de vervolgstappen te beleggen bij een van de volgende partijen:

  • Veilig Thuis;

  • lokale teams;

  • een instelling of professional die reeds bij het gezin of huishouden betrokken is;

  • een multidisciplinair samengesteld team, voor zover dat team juridisch in staat is de verantwoordelijkheid voor een melding over te nemen;

  • het cliëntsysteem zelf.

  • Het besluit dat geen vervolgstappen nodig zijn, omdat de bemoeienis van VT bij de melding direct kan worden beëindigd (geen vervolg).

Veilig Thuis
VT kan na de veiligheidsbeoordeling besluiten zelf verantwoordelijk te blijven voor het zicht op veiligheid en maakt een keuze voor een van de diensten. VT kiest voor het inzetten van deze dienst in het geval dat:

  • er aanwijzingen zijn voor acute en/of structurele onveiligheid en/of een multiproblematische leefsituatie;

  • het niet noodzakelijk of wenselijk is om een vermoeden van kindermishandeling en/of huiselijk geweld te bevestigen of te weerleggen;

  • de direct betrokkenen voldoende bereid en in staat zijn om samen te werken aan het herstel van de veiligheid en zo nodig hierbij hulp te accepteren.

VT kiest voor het doen van onderzoek in het geval dat:

  • er aanwijzingen zijn voor acute en/of structurele onveiligheid en/of een multiproblematische leefsituatie; én

  • de direct betrokkenen onvoldoende meewerken of onvoldoende bereid zijn hulp te accepteren; én/of

  • het voor het zetten van vervolgstappen noodzakelijk is om de gemelde vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling te bevestigen of te weerleggen.

Lokale teams
VT draagt na de veiligheidsbeoordeling de vervolgstappen over aan lokale teams, indien:

  • er sprake is van een casus die wat betreft aard en ernst van de gemelde problematiek door de lokale teams kan worden opgepakt; én

  • de lokale teams deze hulp, gelet op de afspraken met de eigen gemeente, in het takenpakket hebben.

Reeds betrokken hulpverlener
VT draagt na de veiligheidsbeoordeling de vervolgstappen over aan een hulpverlener die reeds betrokken is, indien:

  • er aanwijzingen zijn voor acute of structurele onveiligheid; én

  • er reeds een hulpverlener/professional betrokken is die de gemelde problematiek op een adequate manier kan en wil aanpakken en die daar naar het oordeel van VT toe in staat is.

Multidisciplinair team
VT draagt na de veiligheidsbeoordeling de vervolgstappen over aan een multidisciplinair team, indien:

  • er aanwijzingen zijn voor acute of structurele onveiligheid; én

  • de casus wat betreft ernst en complexiteit vraagt om samenwerking tussen verschillende sectoren, specialisten, het lokale team en het gezin of huishouden met het sociale netwerk eromheen.

Direct betrokkenen
VT draagt na de veiligheidsbeoordeling de vervolgstappen over aan de direct betrokkenen, indien:

VT van mening is dat de zorgen die er over de veiligheid zijn door de direct betrokkenen voldoende kunnen worden opgepakt en de direct betrokkenen zelf voldoende mogelijkheden hebben om de veiligheid te waarborgen; én

de direct betrokkenen bereid en in staat zijn om eventuele hulp te vragen en te accepteren en dat ook doen zonder daarop gecontroleerd te worden.

Beëindiging bemoeienis
VT beëindigt na de veiligheidsbeoordeling de bemoeienis indien:

  • er geen sprake (meer) is van een redelijk vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling; en

  • er geen zorgen meer zijn over de veiligheid van de direct betrokkenen.

De betrokkenheid van VT start doorgaans met een gesprek met alle leden van het gezin of huishouden. Ook kinderen worden altijd gezien of gesproken. Daarvoor heeft VT informatie van de melder nodig over zijn zorgen en over de stappen die hij eventueel zelf al heeft ondernomen. In het eerste gesprek met de melder komt dit uitgebreid aan de orde. VT doet een veiligheidstaxatie aan het begin, tijdens en aan het einde van de bemoeienis. Veiligheid en de kans op herhaling staan centraal.

Op het moment dat de vervolgstappen zijn belegd bij VT, verzamelt VT gegevens over alle leden van het gezin of huishouden bij professionele instanties die betrokken zijn bij het gezin, zoals scholen, de huisarts, de jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk, behandelaars, politie, Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), schuldhulpverlening et cetera, als dit noodzakelijk is voor het bevestigen of weerleggen van de gemelde vermoedens van kindermishandeling en/of huiselijk geweld. Zie voor de voorwaarden waaronder artsen gegevens kunnen verstrekken onderdeel II Stappenplan Informatieverstrekking op verzoek van VT, RvdK of GI. Ook bespreekt VT met de geraadpleegde instanties of, en zo ja welke rol zij kunnen spelen bij het creëren van directe en stabiele veiligheid. Om tot directe veiligheid te komen stelt VT veiligheidsvoorwaarden op. Deze moeten samen met alle leden van het gezin of huishouden, hun netwerk en eventuele professionals worden vertaald naar veiligheidsafspraken in een veiligheidsplan.

Adviesfunctie
De adviesfunctie van VT houdt voor artsen in dat zij, in een eenmalig contact of in meerdere contacten over een langere periode, begeleid worden bij de aanpak van (vermoedens van) kindermishandeling en/of huiselijk geweld. VT biedt in dat geval ondersteuning aan de arts, waarbij deze zelf de verantwoordelijkheid houdt voor de afwegingen die hij maakt, voor de beslissing die hij neemt om al dan niet te melden, en voor de aanpak van het probleem. Kenmerkend voor de adviesfunctie is dat er in juridische zin geen verstrekking van persoonsgegevens van de patiënt of andere betrokkenen plaatsvindt. De arts presenteert zijn casus in geanonimiseerde vorm en vraagt uitsluitend deskundig advies over de aanpak van het probleem. De arts vraagt bij voorkeur advies aan de vertrouwensarts van VT. Dat geldt zeker als hij sociaal-medische vragen heeft, of vragen over de afweging rond het beroepsgeheim. Als er geen vertrouwensarts binnen een redelijke/verantwoorde termijn beschikbaar is voor advies, volstaat het om advies te vragen aan een andere beschikbare deskundige van VT, zoals een maatschappelijk werker of gedragsdeskundige.

Adviesfunctie en meldingsfunctie van Veilig Thuis
Iedereen die zich zorgen maakt over de veiligheid van kinderen of volwassenen, kan contact opnemen met VT. Dit kunnen de direct betrokkenen zijn of personen uit hun directe omgeving, zoals buren en familie, maar ook mensen die werken met volwassenen of kinderen, zoals artsen en hulpverleners. Zij kunnen bij VT terecht voor een van de twee functies die VT heeft: een advies- en ondersteuningsfunctie en een meldingsfunctie.

Radarfunctie van Veilig Thuis
Om een goede inschatting van de veiligheid te kunnen maken, is een goede informatiepositie van VT een belangrijke voorwaarde. Door informatie uit verschillende meldingen (van verschillende melders) te combineren krijgt VT een zogenoemde ‘radarfunctie’ op veiligheid. Bij alle 26 VT-organisaties kan informatie uit nieuwe meldingen aangevuld worden met informatie uit eerdere meldingen.

Een ander onderdeel van de radarfunctie is dat VT de veiligheid intensief en over een langere periode monitort, om te kunnen vaststellen of er werkelijk stabiele veiligheid tot stand komt. Hierdoor wordt niet alleen aan directe veiligheid gewerkt, maar ook aan veiligheid op de langere termijn.

De werkwijze van VT is door het landelijk netwerk Veilig Thuis uitgewerkt in het Handelingsprotocol Veilig Thuis. Dit trad per 1 januari 2019 in werking.

Bijlage 4 Taken en functie van Veilig Thuis42

Veilig Thuis (VT) is een op regionaal niveau georganiseerde instantie die 24 uur per dag bereikbaar is voor iedereen die kindermishandeling en/of huiselijk geweld vermoedt, constateert of ondergaat.

Taken van Veilig Thuis
Bij Veilig Thuis werken onder meer maatschappelijk werkers, gedragswetenschappers en vertrouwensartsen. Op grond van artikel 4.1.1 lid 2 en 3 Wmo heeft VT de volgende taken:

  • het geven van adviezen;

  • het aannemen en onderzoeken van meldingen;

  • het beoordelen van de benodigde vervolgstappen in de vorm van overdracht naar vrijwillige hulp;

  • het informeren van instanties die passende professionele hulp kunnen verlenen;

  • het informeren van de politie of de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK);

  • het indienen van een verzoek bij de RvdK om onderzoek te doen;

  • het informeren van de melder over de stappen die naar aanleiding van zijn melding zijn gezet.

VT heeft de bijzondere bevoegdheid om zonder toestemming van de direct betrokkenen persoonsgegevens te verwerken. Die bevoegdheid kan niet worden overgedragen aan ketenpartners of andere instellingen.

Werkwijze Veilig Thuis
VT werkt volgens de visie gefaseerd samenwerken aan veiligheid (2021). Die visie houdt in: eerst samenwerken aan veiligheid, daarna samenwerken aan risicogestuurde en herstelgerichte zorg.43

42 Zie voor meer informatie over de werkwijze van VT bijgevoegde link en het Handelingsprotocol Veilig Thuis van het Landelijk Netwerk Veilig Thuis (LNVT) 2019.

43 Vogtländer, L. en S. van Arum (2016). Eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken voor risicogestuurde zorg. Een duurzame visie op ketenzorg bij kindermishandeling, huiselijk geweld en seksueel misbruik en de centrale rol hierbij van het triage-instrument Veilig Thuis. Den Haag/Utrecht: VNG & GGD GHOR Nederland.

44 bundel_samenwerken_bij_strafbare_km.pdf (vng.nl)

45 bundel_samen_op_in_acuut.pdf (vng.nl)

Terugkoppeling aan melder en informant
Melders krijgen in elk geval op twee momenten een terugkoppeling van VT: na de veiligheidsbeoordeling en – als de melding in onderzoek wordt genomen door VT – na afronding van het onderzoek. VT verstrekt aan professionals de terugkoppeling die noodzakelijk is voor een goede uitoefening van hun taken en bevoegdheden. De terugkoppeling bestaat uit de volgende gegevens:

  • of VT een vervolgtraject heeft ingezet;

  • bij de inzet van een vervolgtraject: de gegevens over de overdrachtspartijen;

  • als de melder een rol speelt in het vervolgtraject: de veiligheidsvoorwaarden en de afspraken over het monitoren daarvan.

Als een arts als informant optreedt, volgt geen standaard terugkoppeling. In het contact met de informant wordt op dat moment besproken of, en op welke manier de arts betrokken zal worden in het vervolgtraject.

Hulpverlening of dwang
Als een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld wordt bevestigd, probeert VT de leden van het gezin of huishouden te motiveren om hulp te aanvaarden en zich te laten doorverwijzen naar een daarvoor geschikte instelling. Lukt het niet om de noodzakelijke hulpverlening vrijwillig op gang te brengen, dan kan in gevallen die daartoe geëigend zijn, dwang worden toegepast. Daarbij valt te denken aan:

  • een tijdelijk huisverbod;

  • het initiatief om via de officier van justitie een beschermingsmaatregel aan te vragen bij de kantonrechter (beschermingsbewind, mentorschap of curatele);

  • een verzoek om onderzoek door de RvdK;

  • een melding of aangifte bij de politie, na voorafgaande afstemming tussen VT, politie en/of het Openbaar Ministerie. Dit kan VT doen bij vermoedens van strafbare feiten. Zie voor meer informatie hierover bijvoorbeeld de Handreiking samenwerken bij strafbare kindermishandeling44 en Samen op in acuut45.

Anonimiteit van de melder
VT is verplicht om gezinnen en huishoudens te informeren over wie de melding heeft gedaan en de gegevens heeft verstrekt, en wat de inhoud daarvan was. Onder voorwaarden kunnen professionele melders echter anoniem blijven voor het gezin of huishouden waarover zij de melding hebben gedaan. VT kan de anonimiteit waarborgen als bekendmaking van de identiteit van de melder:

  • een bedreiging vormt of kan vormen voor leden van het gezin of huishouden, of voor de melder zelf; of

  • zou leiden tot een verstoring van de vertrouwensrelatie met het gezin of huishouden.

Anonimiteit beperkt de mogelijkheden van VT om de verstrekte informatie te gebruiken. Om die reden moeten artsen terughoudend omgaan met anoniem melden.

Meldingsfunctie
De meldingsfunctie van VT houdt in dat eenieder (waaronder de arts) bij VT een melding kan doen van (mogelijke) kindermishandeling of huiselijk geweld bij een specifiek gezin of huishouden. In dat geval vindt er wél overdracht van persoonsgegevens plaats. Binnen vijf dagen na de melding neemt VT – middels een veiligheidsbeoordeling – een van de volgende besluiten:

  • Het besluit om de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de vervolgstappen te beleggen bij een van de volgende partijen:

  • Veilig Thuis;

  • lokale teams;

  • een instelling of professional die reeds bij het gezin of huishouden betrokken is;

  • een multidisciplinair samengesteld team, voor zover dat team juridisch in staat is de verantwoordelijkheid voor een melding over te nemen;

  • het cliëntsysteem zelf.

  • Het besluit dat geen vervolgstappen nodig zijn, omdat de bemoeienis van VT bij de melding direct kan worden beëindigd (geen vervolg).

Veilig Thuis
VT kan na de veiligheidsbeoordeling besluiten zelf verantwoordelijk te blijven voor het zicht op veiligheid en maakt een keuze voor een van de diensten. VT kiest voor het inzetten van deze dienst in het geval dat:

  • er aanwijzingen zijn voor acute en/of structurele onveiligheid en/of een multiproblematische leefsituatie;

  • het niet noodzakelijk of wenselijk is om een vermoeden van kindermishandeling en/of huiselijk geweld te bevestigen of te weerleggen;

  • de direct betrokkenen voldoende bereid en in staat zijn om samen te werken aan het herstel van de veiligheid en zo nodig hierbij hulp te accepteren.

VT kiest voor het doen van onderzoek in het geval dat:

  • er aanwijzingen zijn voor acute en/of structurele onveiligheid en/of een multiproblematische leefsituatie; én

  • de direct betrokkenen onvoldoende meewerken of onvoldoende bereid zijn hulp te accepteren; én/of

  • het voor het zetten van vervolgstappen noodzakelijk is om de gemelde vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling te bevestigen of te weerleggen.

Lokale teams
VT draagt na de veiligheidsbeoordeling de vervolgstappen over aan lokale teams, indien:

  • er sprake is van een casus die wat betreft aard en ernst van de gemelde problematiek door de lokale teams kan worden opgepakt; én

  • de lokale teams deze hulp, gelet op de afspraken met de eigen gemeente, in het takenpakket hebben.

Reeds betrokken hulpverlener
VT draagt na de veiligheidsbeoordeling de vervolgstappen over aan een hulpverlener die reeds betrokken is, indien:

  • er aanwijzingen zijn voor acute of structurele onveiligheid; én

  • er reeds een hulpverlener/professional betrokken is die de gemelde problematiek op een adequate manier kan en wil aanpakken en die daar naar het oordeel van VT toe in staat is.

Multidisciplinair team
VT draagt na de veiligheidsbeoordeling de vervolgstappen over aan een multidisciplinair team, indien:

  • er aanwijzingen zijn voor acute of structurele onveiligheid; én

  • de casus wat betreft ernst en complexiteit vraagt om samenwerking tussen verschillende sectoren, specialisten, het lokale team en het gezin of huishouden met het sociale netwerk eromheen.

Direct betrokkenen
VT draagt na de veiligheidsbeoordeling de vervolgstappen over aan de direct betrokkenen, indien:

VT van mening is dat de zorgen die er over de veiligheid zijn door de direct betrokkenen voldoende kunnen worden opgepakt en de direct betrokkenen zelf voldoende mogelijkheden hebben om de veiligheid te waarborgen; én

de direct betrokkenen bereid en in staat zijn om eventuele hulp te vragen en te accepteren en dat ook doen zonder daarop gecontroleerd te worden.

Beëindiging bemoeienis
VT beëindigt na de veiligheidsbeoordeling de bemoeienis indien:

  • er geen sprake (meer) is van een redelijk vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling; en

  • er geen zorgen meer zijn over de veiligheid van de direct betrokkenen.

De betrokkenheid van VT start doorgaans met een gesprek met alle leden van het gezin of huishouden. Ook kinderen worden altijd gezien of gesproken. Daarvoor heeft VT informatie van de melder nodig over zijn zorgen en over de stappen die hij eventueel zelf al heeft ondernomen. In het eerste gesprek met de melder komt dit uitgebreid aan de orde. VT doet een veiligheidstaxatie aan het begin, tijdens en aan het einde van de bemoeienis. Veiligheid en de kans op herhaling staan centraal.

Op het moment dat de vervolgstappen zijn belegd bij VT, verzamelt VT gegevens over alle leden van het gezin of huishouden bij professionele instanties die betrokken zijn bij het gezin, zoals scholen, de huisarts, de jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk, behandelaars, politie, Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), schuldhulpverlening et cetera, als dit noodzakelijk is voor het bevestigen of weerleggen van de gemelde vermoedens van kindermishandeling en/of huiselijk geweld. Zie voor de voorwaarden waaronder artsen gegevens kunnen verstrekken onderdeel II Stappenplan Informatieverstrekking op verzoek van VT, RvdK of GI. Ook bespreekt VT met de geraadpleegde instanties of, en zo ja welke rol zij kunnen spelen bij het creëren van directe en stabiele veiligheid. Om tot directe veiligheid te komen stelt VT veiligheidsvoorwaarden op. Deze moeten samen met alle leden van het gezin of huishouden, hun netwerk en eventuele professionals worden vertaald naar veiligheidsafspraken in een veiligheidsplan.

Adviesfunctie
De adviesfunctie van VT houdt voor artsen in dat zij, in een eenmalig contact of in meerdere contacten over een langere periode, begeleid worden bij de aanpak van (vermoedens van) kindermishandeling en/of huiselijk geweld. VT biedt in dat geval ondersteuning aan de arts, waarbij deze zelf de verantwoordelijkheid houdt voor de afwegingen die hij maakt, voor de beslissing die hij neemt om al dan niet te melden, en voor de aanpak van het probleem. Kenmerkend voor de adviesfunctie is dat er in juridische zin geen verstrekking van persoonsgegevens van de patiënt of andere betrokkenen plaatsvindt. De arts presenteert zijn casus in geanonimiseerde vorm en vraagt uitsluitend deskundig advies over de aanpak van het probleem. De arts vraagt bij voorkeur advies aan de vertrouwensarts van VT. Dat geldt zeker als hij sociaal-medische vragen heeft, of vragen over de afweging rond het beroepsgeheim. Als er geen vertrouwensarts binnen een redelijke/verantwoorde termijn beschikbaar is voor advies, volstaat het om advies te vragen aan een andere beschikbare deskundige van VT, zoals een maatschappelijk werker of gedragsdeskundige.

Adviesfunctie en meldingsfunctie van Veilig Thuis
Iedereen die zich zorgen maakt over de veiligheid van kinderen of volwassenen, kan contact opnemen met VT. Dit kunnen de direct betrokkenen zijn of personen uit hun directe omgeving, zoals buren en familie, maar ook mensen die werken met volwassenen of kinderen, zoals artsen en hulpverleners. Zij kunnen bij VT terecht voor een van de twee functies die VT heeft: een advies- en ondersteuningsfunctie en een meldingsfunctie.

Radarfunctie van Veilig Thuis
Om een goede inschatting van de veiligheid te kunnen maken, is een goede informatiepositie van VT een belangrijke voorwaarde. Door informatie uit verschillende meldingen (van verschillende melders) te combineren krijgt VT een zogenoemde ‘radarfunctie’ op veiligheid. Bij alle 26 VT-organisaties kan informatie uit nieuwe meldingen aangevuld worden met informatie uit eerdere meldingen.

Een ander onderdeel van de radarfunctie is dat VT de veiligheid intensief en over een langere periode monitort, om te kunnen vaststellen of er werkelijk stabiele veiligheid tot stand komt. Hierdoor wordt niet alleen aan directe veiligheid gewerkt, maar ook aan veiligheid op de langere termijn.

De werkwijze van VT is door het landelijk netwerk Veilig Thuis uitgewerkt in het Handelingsprotocol Veilig Thuis. Dit trad per 1 januari 2019 in werking.

Veilig Thuis (VT) is een op regionaal niveau georganiseerde instantie die 24 uur per dag bereikbaar is voor iedereen die kindermishandeling en/of huiselijk geweld vermoedt, constateert of ondergaat.

Taken van Veilig Thuis
Bij Veilig Thuis werken onder meer maatschappelijk werkers, gedragswetenschappers en vertrouwensartsen. Op grond van artikel 4.1.1 lid 2 en 3 Wmo heeft VT de volgende taken:

  • het geven van adviezen;

  • het aannemen en onderzoeken van meldingen;

  • het beoordelen van de benodigde vervolgstappen in de vorm van overdracht naar vrijwillige hulp;

  • het informeren van instanties die passende professionele hulp kunnen verlenen;

  • het informeren van de politie of de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK);

  • het indienen van een verzoek bij de RvdK om onderzoek te doen;

  • het informeren van de melder over de stappen die naar aanleiding van zijn melding zijn gezet.

VT heeft de bijzondere bevoegdheid om zonder toestemming van de direct betrokkenen persoonsgegevens te verwerken. Die bevoegdheid kan niet worden overgedragen aan ketenpartners of andere instellingen.

Werkwijze Veilig Thuis
VT werkt volgens de visie gefaseerd samenwerken aan veiligheid (2021). Die visie houdt in: eerst samenwerken aan veiligheid, daarna samenwerken aan risicogestuurde en herstelgerichte zorg.43

Bijlage 4 Taken en functie van Veilig Thuis42