36 Dreigt dusdanig acuut gevaar voor de veiligheid of het leven van een kind of een volwassene dat onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk is, dan kan de arts – naast een melding aan Veilig Thuis – ook uit eigen beweging onmiddellijk contact opnemen met de politie. Hij stelt de betrokkene(n) hiervan op de hoogte, tenzij dit niet mogelijk is of een te groot risico oplevert voor de veiligheid van het kind of anderen (waaronder de arts zelf). Gelet op het beroepsgeheim zult u dit pas doen als u meent dat alleen dit zware middel zal leiden tot het doel dat u beoogt: het afwenden van acuut gevaar voor de veiligheid of het leven van de patiënt of anderen (zie onderdeel I Stappenplan (vermoeden van) Kindermishandeling en huiselijk geweld). In alle andere gevallen ligt het meer voor de hand om een melding te doen bij VT. VT kan naar aanleiding van een melding besluiten om zelf contact te zoeken met politie of justitie, bijvoorbeeld door aangifte of een melding te doen. Over het verstrekken van informatie aan politie/justitie door de vertrouwensarts bij VT zijn afspraken gemaakt die samenhangen met de wettelijke taak van VT om in voorkomende gevallen politie/justitie in te schakelen. Zie: Handreiking Samenwerken bij strafbare kindermishandeling (november 2017).

37 Het verschoningsrecht is niet absoluut en kan door de rechter in zeer uitzonderlijke omstandigheden worden overruled. Zie bv HR 4-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1324. Zie ook: Handreiking Beroepsgeheim en politie/justitie, KNMG, Utrecht, februari 2012.

Stap 4: Beslis of en zo ja, welke informatie u aan politie/justitie verstrekt
  • Weeg af of informatieverstrekking aan politie/justitie noodzakelijk is en of voldaan is aan de professionele normen in dit stappenplan.

  • Is informatieverstrekking noodzakelijk, verstrek dan bij voorkeur schriftelijke en uitsluitend relevante informatie. Indien u mondelinge informatie verstrekt, vraag dan om een verslag ter accordering. 

  • Zorg dat de te verstrekken informatie feitelijk van aard is en objectief. U spreekt geen waardeoordeel uit.

  • Wees volledig in uw feitenrelaas. Verstrek informatie die een vermoeden van kindermishandeling en/of huiselijk geweld kunnen bevestigen, maar – indien beschikbaar – ook informatie die dit vermoeden kunnen ontkrachten.

  • Blijf binnen uw eigen deskundigheidsgebied en geef duidelijk aan wanneer u informatie niet uit eigen waarneming heeft verkregen, maar van anderen. Geef daarbij aan in welke relatie die ander(en) tot de betrokkene(n) staat.

  • Leg in het patiëntendossier vast met wie u heeft gesproken, wat is besproken, welke afweging u heeft gemaakt en – als u informatie heeft verstrekt – welke informatie u heeft verstrekt en aan wie.

  • Leg ook vast of, en zo ja in hoeverre de patiënt en/of de (wettelijk) vertegenwoordiger instemt met de informatieverstrekking aan politie/justitie.

Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n)
Stap 2: Vraag anoniem advies

Vraag anoniem advies over de noodzaak van informatieverstrekking. 

Stap 1: Onderzoek de noodzaak van informatieverstrekking

Als politie/justitie u benadert met een verzoek om informatie in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar kindermishandeling en/of huiselijk geweld, geef dan aan dat u zonder toestemming van de betrokkene(n) in beginsel geen informatie kunt verstrekken en dat u dus ten minste om toestemming wilt vragen. Vraag ook naar de achtergrond van het strafrechtelijk onderzoek. Soms heeft Veilig Thuis een melding of aangifte bij de politie gedaan, soms iemand anders. Vraag politie/justitie om informatie die u kan helpen de ernst van de situatie en de noodzaak van informatieverstrekking te verduidelijken. Vraag ook of politie/justitie u kan vertellen welke informatie zij al heeft en welke informatie zij aanvullend nog zou willen verkrijgen en waarom.

Voor u als arts is het enkele belang van het opsporen en vervolgen van een voorgevallen strafbaar feit door politie/justitie, onvoldoende reden om zonder toestemming uw beroepsgeheim te doorbreken. Duidelijk moet zijn dat zonder uw informatie de veiligheid of het leven van het slachtoffer of een andere persoon gevaar loopt en dat dit gevaar middels opsporing en vervolging kan worden afgewend. Dit kan het geval zijn als een veroordeling, eventueel met voorwaarden, de kans op herhaling van de kindermishandeling en/of het huiselijk geweld, eventueel ook jegens een ander gezinslid, kan verminderen. Het strafrecht biedt verschillende mogelijkheden die in het kader van de veiligheid van belang kunnen zijn. U kunt de politie/justitie vragen welke mogelijkheden worden overwogen. Bespreek ook of het mogelijk is om informatie eventueel niet rechtstreeks aan politie/justitie te verstrekken, maar aan een forensisch arts, die de relevante informatie er zelf uit kan destilleren en opnemen in een (forensisch medische) letselrapportage. Kan de gewenste informatie alleen van u komen of mogelijk ook van iemand anders, die niet gebonden is aan een beroepsgeheim? Dan heeft dat laatste de voorkeur.

Onderzoek welke informatie u zou kunnen verstrekken en of die alleen van u kan worden verkregen.

Professionele norm 2
Is er sprake van volwassenengeweld en weigert het slachtoffer weloverwogen en in vrijheid om toestemming te geven voor informatieverstrekking aan politie of justitie? Dan kan het beroepsgeheim alleen worden doorbroken als aan de criteria van het conflict van plichten is voldaan en voor zover het verstrekken van informatie noodzakelijk is om ernstig gevaar voor zwaar lichamelijk of psychisch letsel of de dood van het slachtoffer af te wenden. Bij volwassenengeweld is dus extra terughoudendheid geboden.

Professionele norm 1
Een arts die door politie/justitie om informatie wordt gevraagd in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar (een vermoeden van) kindermishandeling en/of huiselijk geweld, kan zonder toestemming van de betrokkene(n) alleen informatie verstrekken als dat noodzakelijk is om ernstig gevaar voor de veiligheid van personen te voorkomen en als voor het overige ook is voldaan aan de criteria van het conflict van plichten.

U bespreekt met de betrokkene(n) welke informatie u overweegt aan politie/justitie, dan wel aan een forensisch geneeskundige te verstrekken en waarom. U vraagt daarbij om een reactie op uw voornemen: welke aandachtspunten zijn voor de betrokkene(n) belangrijk en stemmen de betrokkene(n) in met de door u te verstrekken informatie? Als de betrokkene(n) niet met de informatieverstrekking instemmen, geef dan aan (indien u die mening bent toegedaan) dat u zich genoodzaakt voelt toch bepaalde informatie te verstrekken. Leg ook uit waarom. Ook als de betrokkene(n) u schriftelijk toestemming hebben verleend voor informatieverstrekking aan politie/justitie, is het raadzaam om een gesprek met hen aan te gaan, zodat zij weten welke informatie u van plan bent om te delen.

U ziet alleen af van een gesprek als dit een risico oplevert voor de veiligheid van het slachtoffer of anderen (waaronder uzelf), of als politie/justitie heeft aangegeven dat het belang van het strafrechtelijk onderzoek openheid in de weg staat.

Het is raadzaam om anoniem (dat wil zeggen: zonder tot de persoon herleidbare gegevens) advies te vragen aan een collega en desgewenst ook aan een jurist, over de noodzaak van informatieverstrekking aan politie/justitie.

Met uw collega/de jurist bespreekt u in ieder geval:

  • de informatie die u van politie/justitie bij stap 1 heeft gekregen, bijvoorbeeld de reden en de achtergrond van het informatieverzoek;

  • welke informatie u relevant vindt, gelet op de door politie/justitie verschafte achtergrondinformatie en de criteria van het conflict van plichten.

Inleiding op het Stappenplan Informatieverstrekking op verzoek van politie/justitie
Onderstaand onderdeel van de meldcode gaat over het verstrekken van informatie op verzoek van politie/justitie, waaronder in deze meldcode begrepen worden: politieambtenaren, ambtenaren van het Openbaar Ministerie en de strafrechter.36

Krijgt u een verzoek om informatie van politie of justitie inzake (een vermoeden van) kindermishandeling of huiselijk geweld, dan bewaart u in beginsel het beroepsgeheim en beroept u zich op uw verschoningsrecht.37 Het beroepsgeheim kan in de richting van politie of justitie alleen worden doorbroken als er sprake is van toestemming of van een conflict van plichten.

Algemene criteria voor doorbreking beroepsgeheim op basis van conflict van plichten
De criteria voor een beroep op een conflict van plichten zijn strenger dan de professionele normen voor het doen van een melding op basis van een wettelijk meldrecht (en in geval van een verzoek van een Gecertificeerde Instelling op basis van een wettelijke meldplicht). Zie daarvoor onderdeel I, Stappenplan (vermoeden van) Kindermishandeling en huiselijk geweld) of onderdeel II Stappenplan Informatieverstrekking op verzoek van VT, RvdK of GI.

 Informatieverstrekking op grond van een conflict van plichten is alleen mogelijk als:

  • alles is in het werk is gesteld om toestemming van de patiënt te vragen of te krijgen;

  • u als arts in gewetensnood komt als u uw beroepsgeheim niet doorbreekt;

  • zwijgen ernstige (verdere) schade kan opleveren;

  • door het doorbreken van het beroepsgeheim deze schade vrijwel zeker wordt voorkomen;

  • het beroepsgeheim zo min mogelijk wordt geschonden; en

  • u geen andere weg ziet om het probleem op te lossen dan met doorbreking van uw beroepsgeheim.

Als aan al deze zes cumulatieve criteria is voldaan, kan het aan de orde zijnde belang prevaleren boven het beroepsgeheim en kan ook zonder toestemming noodzakelijke informatie worden gedeeld.

Criteria conflict van plichten in geval van (vermoedens van) kindermishandeling of huiselijk geweld
Om in geval van een verzoek om informatie van politie/justitie te beoordelen of er sprake is van een conflict van plichten, dient u rekening te houden met onderstaande professionele normen. Ook moet u het Stappenplan Informatieverstrekking op verzoek van politie of justitie zo veel mogelijk doorlopen.

Onderdeel III Stappenplan Informatieverstrekking op verzoek van politie/justitie

36 Dreigt dusdanig acuut gevaar voor de veiligheid of het leven van een kind of een volwassene dat onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk is, dan kan de arts – naast een melding aan Veilig Thuis – ook uit eigen beweging onmiddellijk contact opnemen met de politie. Hij stelt de betrokkene(n) hiervan op de hoogte, tenzij dit niet mogelijk is of een te groot risico oplevert voor de veiligheid van het kind of anderen (waaronder de arts zelf). Gelet op het beroepsgeheim zult u dit pas doen als u meent dat alleen dit zware middel zal leiden tot het doel dat u beoogt: het afwenden van acuut gevaar voor de veiligheid of het leven van de patiënt of anderen (zie onderdeel I Stappenplan (vermoeden van) Kindermishandeling en huiselijk geweld). In alle andere gevallen ligt het meer voor de hand om een melding te doen bij VT. VT kan naar aanleiding van een melding besluiten om zelf contact te zoeken met politie of justitie, bijvoorbeeld door aangifte of een melding te doen. Over het verstrekken van informatie aan politie/justitie door de vertrouwensarts bij VT zijn afspraken gemaakt die samenhangen met de wettelijke taak van VT om in voorkomende gevallen politie/justitie in te schakelen. Zie: Handreiking Samenwerken bij strafbare kindermishandeling (november 2017).

37 Het verschoningsrecht is niet absoluut en kan door de rechter in zeer uitzonderlijke omstandigheden worden overruled. Zie bv HR 4-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1324. Zie ook: Handreiking Beroepsgeheim en politie/justitie, KNMG, Utrecht, februari 2012.

  • Weeg af of informatieverstrekking aan politie/justitie noodzakelijk is en of voldaan is aan de professionele normen in dit stappenplan.

  • Is informatieverstrekking noodzakelijk, verstrek dan bij voorkeur schriftelijke en uitsluitend relevante informatie. Indien u mondelinge informatie verstrekt, vraag dan om een verslag ter accordering. 

  • Zorg dat de te verstrekken informatie feitelijk van aard is en objectief. U spreekt geen waardeoordeel uit.

  • Wees volledig in uw feitenrelaas. Verstrek informatie die een vermoeden van kindermishandeling en/of huiselijk geweld kunnen bevestigen, maar – indien beschikbaar – ook informatie die dit vermoeden kunnen ontkrachten.

  • Blijf binnen uw eigen deskundigheidsgebied en geef duidelijk aan wanneer u informatie niet uit eigen waarneming heeft verkregen, maar van anderen. Geef daarbij aan in welke relatie die ander(en) tot de betrokkene(n) staat.

  • Leg in het patiëntendossier vast met wie u heeft gesproken, wat is besproken, welke afweging u heeft gemaakt en – als u informatie heeft verstrekt – welke informatie u heeft verstrekt en aan wie.

  • Leg ook vast of, en zo ja in hoeverre de patiënt en/of de (wettelijk) vertegenwoordiger instemt met de informatieverstrekking aan politie/justitie.

Stap 4: Beslis of en zo ja, welke informatie u aan politie/justitie verstrekt

U bespreekt met de betrokkene(n) welke informatie u overweegt aan politie/justitie, dan wel aan een forensisch geneeskundige te verstrekken en waarom. U vraagt daarbij om een reactie op uw voornemen: welke aandachtspunten zijn voor de betrokkene(n) belangrijk en stemmen de betrokkene(n) in met de door u te verstrekken informatie? Als de betrokkene(n) niet met de informatieverstrekking instemmen, geef dan aan (indien u die mening bent toegedaan) dat u zich genoodzaakt voelt toch bepaalde informatie te verstrekken. Leg ook uit waarom. Ook als de betrokkene(n) u schriftelijk toestemming hebben verleend voor informatieverstrekking aan politie/justitie, is het raadzaam om een gesprek met hen aan te gaan, zodat zij weten welke informatie u van plan bent om te delen.

U ziet alleen af van een gesprek als dit een risico oplevert voor de veiligheid van het slachtoffer of anderen (waaronder uzelf), of als politie/justitie heeft aangegeven dat het belang van het strafrechtelijk onderzoek openheid in de weg staat.

Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n)

Het is raadzaam om anoniem (dat wil zeggen: zonder tot de persoon herleidbare gegevens) advies te vragen aan een collega en desgewenst ook aan een jurist, over de noodzaak van informatieverstrekking aan politie/justitie.

Met uw collega/de jurist bespreekt u in ieder geval:

  • de informatie die u van politie/justitie bij stap 1 heeft gekregen, bijvoorbeeld de reden en de achtergrond van het informatieverzoek;

  • welke informatie u relevant vindt, gelet op de door politie/justitie verschafte achtergrondinformatie en de criteria van het conflict van plichten.

Vraag anoniem advies over de noodzaak van informatieverstrekking. 

Stap 2: Vraag anoniem advies

Als politie/justitie u benadert met een verzoek om informatie in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar kindermishandeling en/of huiselijk geweld, geef dan aan dat u zonder toestemming van de betrokkene(n) in beginsel geen informatie kunt verstrekken en dat u dus ten minste om toestemming wilt vragen. Vraag ook naar de achtergrond van het strafrechtelijk onderzoek. Soms heeft Veilig Thuis een melding of aangifte bij de politie gedaan, soms iemand anders. Vraag politie/justitie om informatie die u kan helpen de ernst van de situatie en de noodzaak van informatieverstrekking te verduidelijken. Vraag ook of politie/justitie u kan vertellen welke informatie zij al heeft en welke informatie zij aanvullend nog zou willen verkrijgen en waarom.

Voor u als arts is het enkele belang van het opsporen en vervolgen van een voorgevallen strafbaar feit door politie/justitie, onvoldoende reden om zonder toestemming uw beroepsgeheim te doorbreken. Duidelijk moet zijn dat zonder uw informatie de veiligheid of het leven van het slachtoffer of een andere persoon gevaar loopt en dat dit gevaar middels opsporing en vervolging kan worden afgewend. Dit kan het geval zijn als een veroordeling, eventueel met voorwaarden, de kans op herhaling van de kindermishandeling en/of het huiselijk geweld, eventueel ook jegens een ander gezinslid, kan verminderen. Het strafrecht biedt verschillende mogelijkheden die in het kader van de veiligheid van belang kunnen zijn. U kunt de politie/justitie vragen welke mogelijkheden worden overwogen. Bespreek ook of het mogelijk is om informatie eventueel niet rechtstreeks aan politie/justitie te verstrekken, maar aan een forensisch arts, die de relevante informatie er zelf uit kan destilleren en opnemen in een (forensisch medische) letselrapportage. Kan de gewenste informatie alleen van u komen of mogelijk ook van iemand anders, die niet gebonden is aan een beroepsgeheim? Dan heeft dat laatste de voorkeur.

Onderzoek welke informatie u zou kunnen verstrekken en of die alleen van u kan worden verkregen.

Stap 1: Onderzoek de noodzaak van informatieverstrekking

Professionele norm 1
Een arts die door politie/justitie om informatie wordt gevraagd in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar (een vermoeden van) kindermishandeling en/of huiselijk geweld, kan zonder toestemming van de betrokkene(n) alleen informatie verstrekken als dat noodzakelijk is om ernstig gevaar voor de veiligheid van personen te voorkomen en als voor het overige ook is voldaan aan de criteria van het conflict van plichten.

Professionele norm 2
Is er sprake van volwassenengeweld en weigert het slachtoffer weloverwogen en in vrijheid om toestemming te geven voor informatieverstrekking aan politie of justitie? Dan kan het beroepsgeheim alleen worden doorbroken als aan de criteria van het conflict van plichten is voldaan en voor zover het verstrekken van informatie noodzakelijk is om ernstig gevaar voor zwaar lichamelijk of psychisch letsel of de dood van het slachtoffer af te wenden. Bij volwassenengeweld is dus extra terughoudendheid geboden.

Inleiding op het Stappenplan Informatieverstrekking op verzoek van politie/justitie
Onderstaand onderdeel van de meldcode gaat over het verstrekken van informatie op verzoek van politie/justitie, waaronder in deze meldcode begrepen worden: politieambtenaren, ambtenaren van het Openbaar Ministerie en de strafrechter.36

Krijgt u een verzoek om informatie van politie of justitie inzake (een vermoeden van) kindermishandeling of huiselijk geweld, dan bewaart u in beginsel het beroepsgeheim en beroept u zich op uw verschoningsrecht.37 Het beroepsgeheim kan in de richting van politie of justitie alleen worden doorbroken als er sprake is van toestemming of van een conflict van plichten.

Algemene criteria voor doorbreking beroepsgeheim op basis van conflict van plichten
De criteria voor een beroep op een conflict van plichten zijn strenger dan de professionele normen voor het doen van een melding op basis van een wettelijk meldrecht (en in geval van een verzoek van een Gecertificeerde Instelling op basis van een wettelijke meldplicht). Zie daarvoor onderdeel I, Stappenplan (vermoeden van) Kindermishandeling en huiselijk geweld) of onderdeel II Stappenplan Informatieverstrekking op verzoek van VT, RvdK of GI.

 Informatieverstrekking op grond van een conflict van plichten is alleen mogelijk als:

  • alles is in het werk is gesteld om toestemming van de patiënt te vragen of te krijgen;

  • u als arts in gewetensnood komt als u uw beroepsgeheim niet doorbreekt;

  • zwijgen ernstige (verdere) schade kan opleveren;

  • door het doorbreken van het beroepsgeheim deze schade vrijwel zeker wordt voorkomen;

  • het beroepsgeheim zo min mogelijk wordt geschonden; en

  • u geen andere weg ziet om het probleem op te lossen dan met doorbreking van uw beroepsgeheim.

Als aan al deze zes cumulatieve criteria is voldaan, kan het aan de orde zijnde belang prevaleren boven het beroepsgeheim en kan ook zonder toestemming noodzakelijke informatie worden gedeeld.

Criteria conflict van plichten in geval van (vermoedens van) kindermishandeling of huiselijk geweld
Om in geval van een verzoek om informatie van politie/justitie te beoordelen of er sprake is van een conflict van plichten, dient u rekening te houden met onderstaande professionele normen. Ook moet u het Stappenplan Informatieverstrekking op verzoek van politie of justitie zo veel mogelijk doorlopen.

Onderdeel III Stappenplan Informatieverstrekking op verzoek van politie/justitie